De werking van het immuunsysteem
Het immuunsysteem zit ontzettend ingewikkeld en ingenieus in elkaar. Het maakt gebruik van verschillende manieren om je lichaam te beschermen tegen ongewenste indringers. Je slijmvliezen en ook maagzuur spelen er een rol in, en ook diverse soorten cellen zoals bijvoorbeeld de T- en B-cellen.
De werking van de afweer
Het immuunsysteem werkt met verschillende soorten verdedigingslinies tegen vreemde, ongewenste indringers zoals bacteriën en virussen. Daarnaast kan het immuunsysteem ook afvalstoffen en kankercellen opruimen
Wikipedia legt duidelijk uit:
Het immuunsysteem kan worden onderverdeeld in een aspecifiek en adaptief deel. Het aspecifieke deel is snel werkzaam, maar minder specifiek voor de ziekteverwekker (pathogeen). Het adaptieve deel daarentegen past zich aan de pathogeen aan.
Beide vormen van afweer bevatten zowel humorale als cellulaire componenten. Humorale componenten zijn enzymen die zich in vloeistoffen in het lichaam bevinden, bijvoorbeeld in het bloed. Humorale componenten remmen zelf de pathogeen of activeren andere enzymen of cellen die de pathogeen opruimen. Cellulaire componenten zijn cellen die werken voor het immuunsysteem, zoals de witte bloedcellen.*
Aspecifieke afweer
Allereerst komt een bacterie in contact met de slijmvliezen in je neus en mond en maag. Of met je huid. Dit is de eerstelijnsafweer van je lichaam. Door middel van niezen, hoesten, braken etc. kan het lichaam gelijk al indringers verwijderen. Is dit niet voldoende dan komen de ongewenste bacteriën in contact met de tweedelijnsafweer van het lichaam. Deze kan je vinden in het bloed en in het lymfeweefsel en bestaat uit verschillende types witte bloedcellen. Macrofagen en NK-cellen zijn voorbeelden van deze witte bloedcellen.
Adaptieve afweer
Dit deel van het immuunsysteem past zich aan de ziekteverwerker aan, dit kost meer tijd dan de aspecifieke afweer. Maar de afweer zal wel sterker worden hierdoor en het lichaam zal langdurig beschermd zijn tegen een specifieke ziekteverwerking na een doorgemaakte infectie. Ook deze afweer maakt gebruik van zowel cellulaire als humorale afweer.
Cellulaire afweer
De T-cellen zijn verantwoordelijk voor deze afweer. Ze kunnen worden onderverdeeld in T- helpercellen en cytotoxische T-cellen.
Humorale afweer
Dit type afweer wordt bepaald door de B-cellen en anti-stoffen. Plasmacellen zijn een voorbeeld van B-cellen. Zij kunnen antistoffen (immunoglobinen) afgeven aan het bloedplasma. Bekende immunoglobinen zijn onder andere IgA, IgG en IgM.